24/7 storingsservice phone 24px wit (06) 305 963 87

Het aanleggen van buitenverlichting lijkt misschien een lastige klus, maar dat is het niet. In de tuinen is het altijd handig om met12 volt verlichting te werken, hiervoor hoef je geen specifieke technische kennis hoeft te hebben. Je legt het in slechts 5 simpele stappen aan. Dat kan jij dus ook!
Met licht geniet je het hele jaar door volop van je tuin. Maar waar let je op bij de aanschaf en hoe leg je het aan?

12 volt versus 230 volt
Buitenverlichting is verkrijgbaar op basis van 12 volt en 230 volt. Voor de installatie van verlichting op basis van 230 volt is het verstandig een gecertificeerd elektricien in te schakelen. Verlichting op basis van laagspanning 12 volt is daarentegen zelf aan te leggen: je hebt alleen een transformator, kabel en lampen nodig. Met een speciale connector sluit je de lampen heel eenvoudig op de kabel aan. Daarnaast is 12 volt buitenverlichting veilig voor mens en dier, zelfs als je de kabels zou beschadigen.


LED de meest duurzame optie
Tegenwoordig is LED verlichting ook voor de tuin de meest duurzame en energiezuinige optie. Je kunt er een complete tuin mee verlichten; van het markeren van een pad en het uitlichten van een grote boom tot zelfs het verlichten van een vijver. LED buitenverlichting is in de aanschaf weliswaar nog iets duurder, onder aan de streep ben je toch voordeliger uit. Het verbruikt veel minder energie dan verlichting met traditionele gloei- of halogeenlampen. Dit merk je dus aan je energierekening.

De voorbereiding
Voordat je begint met het aanleggen van je buitenverlichting, is het verstandig eerst een lichtplan te maken. Hierin bepaal je wat je gaat verlichten en welke armaturen geschikt zijn. Je weet dan ook precies wat voor transformator je nodig hebt en hoe je de kabel moet leggen.

Stap 1: transformator
De transformator stuurt de verlichting aan en moet voldoende vermogen hebben. Dat wil zeggen dat het opgetelde vermogen (watt) van alle armaturen in je lichtplan niet meer mag zijn dan zo’n 90% van het vermogen van je transformator. Je bevestigt hem binnen of buiten op een muur, wand op paal zo’n 50 cm boven de grond.


Stap 2: kabel
De kabel geleidt de stroom en zorgt ervoor dat de armaturen branden. Je sluit de kabel aan op de transformator en rolt deze de tuin in. Op basis van je lichtplan bepaal je waar je het beste de kabel kunt leggen. Het is handig deze zoveel mogelijk langs bestrating en borders te leggen zodat deze bereikbaar blijft. Je hoeft de kabel niet in te graven, een laagje aarde erover is voldoende.

Stap 3: Easy-Lock
Het aansluiten van een armatuur op de kabel doe je met de handige Easy-Lock. Deze wordt bij ieder armatuur geleverd. Je klemt de kabel in een kabelgootje en deze plaats je in de connector waarna je de dop er (recht) op draait tot deze klikt. Op dat moment prikken de tandjes van de connector door de kabel met koperkern. De speciale gel beschermt tegen vocht en andere invloeden van buitenaf.


Stap 4: mini-connector
Aan ieder armatuur zit een mini-connector die je verbindt met de mini-connector van de Easy-Lock. Door de mini-connector kun je de kabel van het armatuur makkelijk door een gat in een tegel of wand voeren en je kunt er eventueel nog een verlengkabel tussen plaatsen. De verbinding is beschermt tegen vocht en vuil door de soepele pvc huls.

Stap 5: armatuur
Tenslotte kun je het armatuur op de gewenste plek plaatsen. De wijze van montage hangt uiteraard af van het type armatuur. Zo zijn er grondspots die je in bijvoorbeeld bestrating of hout verwerkt, staande lampen voor in de border of op het terras, wandlampen voor aan de wand of schutting en spots voor het aanlichten van bijvoorbeeld bomen.